Publicatie in NRC – Stoelenliefde

Econoom Titus Darley kreeg van vrienden het advies iets heel anders te gaan doen. Dus verkocht hij zijn databedrijf en tuigde een fabriek voor designstoelen op. Nu opent de Rietveld-liefhebber in zijn fabriek in Culemborg een stoelenmuseum.

De liefde voor design kreeg hij van huis uit mee, zegt meubelfabrikant Titus Darley (56). Zijn ouderlijk huis stond vol modernistische meubels. Als tiener haalde hij de bekende Rietveldstoel in Mondriaan-kleuren van de zitkamer van zijn ouders naar zijn jongenskamer. Hij wilde een atypische kamer zonder posters van popidolen of voetbalteams.

Van jongs af aan had hij iets met de meubelontwerpen van Gerrit Rietveld. Om het te bewijzen toont hij op zijn telefoon niet alleen foto’s van zijn jongenskamer, ook haalt hij uit een wandmeubel in de toonzaal van zijn in Culemborg gevestigde bedrijf een ingelijste tekening uit zijn lagere-schooltijd, bewaard door zijn vader. Het is een tekening van de Steltman stoel, een andere houten designklassieker van Rietvelt, zoals Darley de naam van de architect toen nog spelde.

Nu is Darley grootaandeelhouder van Rietveld Originals en drie andere interieur- en designmerken voor ambachtelijke meubels en verlichtingsproducten: Spectrum, Gelderland en Atelier Artiforte. Vier bedrijven met een designgeschiedenis. Hij nam ze over en bracht ze onder in een holding: RSGA Design.

In zijn fabriek en showroom in Culemborg, waar zo’n veertig mensen werken, opent Darley deze maand een museum met zo’n 120 vintage stoelen uit zijn (veel omvangrijkere) privé-verzameling, het RSGA Design Museum. Een collectie die de geschiedenis vertelt van de Nederlandse designstoel, van het allereerste stoelontwerp van Gerrit Rietveld tot de Knotted Chair van Marcel Wanders.

Zo’n bundeling van activiteiten klinkt alsof Darley al decennia actief is in de meubelindustrie. Zo is het niet. Hij deed een studie commerciële economie en richtte later een bedrijf op dat data-analyse verrichtte voor winkelbedrijven. Op advies van twee goede vrienden verkocht hij elf jaar geleden zijn aandelen om iets heel anders te gaan doen. Wat precies, dat wist hij niet meteen.

Darley was iets opgevallen: Nederlanders die van ambachtelijke kwaliteitsproducten houden, kopen meestal buitenlandse producten en niet de Nederlandse alternatieven. Dat geldt zowel voor horloges als voor chocola als voor designmeubels. De vrienden die hem eerder adviseerden iets anders te gaan doen, raadden hem aan een toekomstige bezigheid te kiezen die dicht bij hemzelf lag.

Als verzamelaar van vintage meubels besloot Darley zich te concentreren op design. Hij maakte een lijst van Nederlandse design-fabrikanten. Een van de bedrijven die hij nauwgezet bekeek was Rietveld by Rietveld, opgericht voor de stoelontwerpen van Rietveld door Egbert Rietveld en Ries Seijler, respectievelijk een kleinzoon en een achterkleinzoon van de architect.

Gerrit Rietveld, Fauteuil voor Metz & Co (1942)
Gerrit Rietveld, Deense stoel (1946-1950)

Toen Darley de site van de twee ondernemers bekeek dacht hij: ‘Dat kan beter!’ Hij benaderde Egbert Rietveld precies op het goede moment, zegt hij. De oprichters van Rietveld by Rietveld waren in 2004 enthousiast begonnen, hadden diverse meubels opnieuw in productie genomen, maar de verkoop viel tegen. Ze hadden geen idee hoe het verder moest met de onderneming.

Darley nam het bedrijf in 2013 over, inclusief de rechten op de meeste van de circa 300 meubelontwerpen van Rietveld. Rietveld by Rietveld had de verkeerde keuzes gemaakt bij marketing en verkoop, zegt Darley. Ook maakte het bedrijf zijns inziens een strategische fout door alleen houten en metalen stoelen in productie te nemen. „De meeste meubelfabrikanten maken vooral omzet met gestoffeerde meubels. Op zachte meubels wordt gezeten.”

Met diverse gestoffeerde Rietveld-ontwerpen, zoals de Press Room chair en de Fauteuil voor Metz & Co, twee wat meer comfortabele meubels, boekte Rietveld Originals – de nieuwe naam – succes. En een in februari begonnen samenwerking met het grote Deense meubelbedrijf Hay leidde al tot de verkoop van duizenden Kratstoelen, gemaakt van achttien vurenhouten plankjes, vaak met een gequilt zitkussen.

Als ondernemer volgt Darley wat in jargon een buy & build strategy heet: groeien door merken te kopen en samen te voegen. Na Rietveld by Rietveld nam hij Spectrum over en daarna Gelderland, twee meubelfabrikanten met een catalogus vol klassiekers van ontwerpers als Koene Oberman, Martin Visser en Jan des Bouvrie. Gelderland, dat veel van zijn glans had verloren, beschikte nog over de eigen productiefaciliteit in Culemborg. Aantrekkelijk, vond Darley, want zo zou hij de producten van al zijn labels dicht bij huis kunnen fabriceren.

Lampenfabriek Atelier Artiforte blies Darley nieuw leven in. Dit in 1930 in Rotterdam opgerichte bedrijf maakte in de jaren vijftig en zestig furore, maar hield in de jaren tachtig op te bestaan. Darley speurde de rechthebbenden op en heeft inmiddels verlichtingsklassiekers van Henk Fillekes, Kho Liang Ie en Aldo van den Nieuwelaar opnieuw uitgebracht. Binnenkort volgen nieuwe lampen van hedendaagse lichtontwerpers, belooft hij.

Sabine Marcelis, Soap Edition (2020), nieuwe versie van de SE69 van Martin Visser uit 1960
Peter Ghyczy, Garden Egg (1968)

Interne verhuizing

Een deel van de vintage meubels uit Darleys privéverzameling stond al jaren in de meubelfabriek, in een stellingkast tegen een muur, vlakbij de snijtafels voor de bekledingsstoffen. Hij liet zijn verzameling soms zien aan winkeliers die de showroom bezochten. Al een tijd wilde hij zijn collectie op een veilige manier aan een groter publiek tonen. De oplossing heeft hij gevonden door een interne verhuizing: een voormalig magazijn verbouwde hij tot een stoelenmuseum. De 250 vierkante meter grote ruimte is afgeschermd van de werkplaats, kreeg twee daklichten en een eigen entree.

Vooralsnog presenteert Darley de stoelen in rekken. Vanaf januari gebeurt dat in presentatiemeubels die speciaal gemaakt zijn voor de eind september geopende tentoonstelling Stoel neemt stelling in het Centraal Museum in Utrecht.

De kern van zijn verzameling bestaat uit stoelen van Koene Oberman (de oprichter van Gelderland), Martin Visser en, dat spreekt vanzelf, van Gerrit Rietveld. Darley bezit een reeks bijzondere stukken van de architect van De Stijl. Stoelen die vaak een verhaal hebben. Neem de houten stoel die op dit moment nog in het Centraal Museum tentoongesteld staat en die sterk lijkt op de Fauteuil voor Metz & Co. Darley nam de Fauteuil voor Metz & Co, die is vernoemd naar het Amsterdamse warenhuis waarvoor Rietveld de stoel in 1942 ontwierp, zes jaar geleden opnieuw in productie.De half vergane stoel van een tientje uit de kringloop bleek een originele Rietveld

Kort na de lancering kreeg Darley een bericht van een man die zei dat hij een vergelijkbare stoel bezat. Toen Darley een foto van de stoel had opgevraagd ging hij er direct op af. Lang verhaal kort: het was een originele Rietveld-stoel, een eenmalige variant op de Fauteuil voor Metz & Co, vermoedelijk zelf door Rietveld getimmerd.

De eigenaar had de stoel voor een tientje in een kringloopwinkel gekocht en daarna in de tuin gezet, slechts afgedekt met een schapenvelletje. Door de regen was de zitting van gebogen triplex geheel vervormd. Darley kocht de stoel en gaf een klein fortuin uit om hem te laten opknappen door Rietveld-restaurateur Jurjen Creman. Nu is het een van de pronkstukken uit zijn verzameling.

Zijn museum biedt een goed overzicht van de Nederlandse designstoel, zegt Darley. Al heeft hij nog wel een wensenlijst met zo’n tien tot vijftien stoelen, onder meer een oude Beugelstoel, die Rietveld in 1927 van buismateriaal en gebogen multiplex ontwierp. Vroeger of later zal hij zo’n stoel vinden, zegt hij, „een kwestie van geduld”.

Voor de echte verzamelaar is compleetheid overigens een illusie, beseft Darley. Binnenkort begint hij aan een drie maanden durende online cursus voor verzamelaars van vintage design, georganiseerd door veilinghuis Christie’s. Als verzamelaar leert hij steeds bij, zegt hij. „En daardoor ontdek ik steeds nieuwe dingen en leer ik nieuwe verbanden leggen.”

Auteur: Arjen Ribbens
Gepubliceerd op 5 oktober 2023

Dit artikel verscheen op nrc.nl en in de krant van 7 oktober 2023.